Veel organisaties experimenteren met AI-agents zonder vooraf na te denken over schaalbaarheid, eigenaarschap of impact. Dat leidt tot gefragmenteerde toepassingen die geen samenhang kennen en nauwelijks waarde toevoegen. Een effectieve strategie voorkomt dat AI slechts een gimmick blijft.
Een goed vertrekpunt is het in kaart brengen van concrete taken of processen waar agents écht verschil kunnen maken. Denk aan terugkerende interne workflows, eentonige communicatie of systeeminteracties die veel handmatig werk kosten. Daarnaast moet helder zijn wie verantwoordelijk is voor het beheer, de controlemechanismen en de ethische kaders.
Ook belangrijk: de integratie met bestaande software. Werk je – zoals bij APPelit – met maatwerkapplicaties of hybride platforms, dan moeten AI-agents hier naadloos op aansluiten. Dat vraagt om technische afstemming, maar vooral om bewust ontwerp: agents mogen geen black box worden, maar moeten uitlegbaar en beheersbaar blijven.
Van kansen naar concrete stappen
Zo bouw je stap voor stap een werkbare AI-agent strategie
Een effectieve AI-agentstrategie start klein, maar denkt groot. Begin met een beperkt domein waar succes meetbaar is. Kies een proces met duidelijke input en output, en bouw een agent met een afgebakende taak. Leg vast welke data gebruikt wordt, wie eigenaar is van het resultaat en hoe fouten worden afgehandeld.
Test uitvoerig, maar kijk ook vooruit: hoe schaalt deze agent als de scope breder wordt? Hoe blijft hij controleerbaar? En hoe zorg je ervoor dat kennis gedeeld wordt binnen je team? Agents vragen namelijk niet alleen om technische integratie, maar ook om organisatorische verankering.
Organisaties die software centraal stellen in hun operatie kunnen AI-agents slim combineren met bestaande tools. Bij APPelit onderzoeken we bijvoorbeeld hoe agents kunnen samenwerken met dashboards, notificatiesystemen of complexe ERP-processen. Juist omdat agents flexibel zijn, is het mogelijk om maatwerk te leveren dat écht waarde toevoegt – mits de basisstrategie goed staat.